IHRA-definitie, waarom Nederland hem niet moet overnemen

Eenanderjoodsgeluid7

Dossier: 

Antisemitisme en het Israëlisch-Palestijnse conflict

Gisteren ontving de Vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken een petitie met het verzoek de IHRA-definitie wettelijk te verankeren. Anticiperend stuurde EAJG alvast een brief. Leuk detail: deze zelfde petitie was een paar maanden geleden ook al aangeboden, aan de commissie BuZa.

Geachte leden van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken,

Morgen 11 september om 13.30 uur wordt u een petitie aangeboden met een verzoek aan de Kamer om de “IHRA definitie van antisemitisme over te nemen en vast te leggen in wetgeving”.

Mag ik met de deur in huis vallen? Een Ander Joods Geluid wijst deze definitie principieel af, omdat zij doelbewust Israël-kritiek met antisemitisme vermengt.

De problematiek van deze vermenging speelt op zeer vergelijkbare wijze ook elders, in Engeland en in Amerika. Ik wil u deelgenoot maken van die discussie, omdat die informatief is, en voor de volle honderd procent relevant voor de Nederlandse samenleving, en daarmee voor uw Commissie.

In mei 2017 publiceerde de Britse oud-rechter Stephan Sedley een artikel over de betreffende definitie, waarin hij schreef:

“… anti-Semitism is hostility towards Jews as Jews. Where it manifests itself in discriminatory acts or inflammatory speech it is generally illegal, lying beyond the bounds of freedom of speech and of action. By contrast, criticism (and equally defence) of Israel or of Zionism is not only generally lawful: it is affirmatively protected by law.”

Antisemitisme (haat tegen joden) en kritiek op Israël of het zionisme zijn dus totaal verschillende verschijnselen, ook in juridische zin. Het eerste is illegaal, het tweede wordt door de wet beschermd.

In antwoord op Kamervragen benadrukten de toenmalige ministers Blok en Asscher in juni 2017 dat er afdoende juridische en institutionele instrumenten en waarborgen in Nederland zijn om antisemitisme effectief te registreren en tegen te gaan.

Toch is er sindsdien een ongekende lobby op gang gekomen die aandringt op aanname van en vastlegging in wetgeving van een nieuwe definitie van antisemitisme: de IHRA-definitie. Deze lobby beweert dat die definitie voor en uniforme registratie en effectieve bestrijding van antisemitisme noodzakelijk is.

Is dat wel zo? De betreffende definitie luidt:

“Antisemitism is a certain perception of Jews, which may be expressed as hatred toward Jews. Rhetorical and physical manifestations of antisemitism are directed toward Jewish or non-Jewish individuals and/or their property, toward Jewish community institutions and religious facilities.”

Voor een beoordeling van de definitie, breng ik de mening van drie Britse experts onder uw aandacht..

Volgens Stephan Sedley, hierboven aangehaald, is de definitie ‘niet afgebakend’. Hij schrijft: “[It] fails the first test of any definition: it is indefinite.” De ingebakken onduidelijkheid ervan (‘a certain perception’, ‘which may’) zorgt voor grote verwarring.

Sedley heeft er bovendien op gewezen dat de definitie onvolledig is, aangezien zij beperkt is tot ‘percepties’ en ‘retorische en fysieke uitingen’. Hij vraagt terecht: ‘What about discriminatory practices and policies? What about perceptions of Jews that are expressed otherwise than as hatred?”

Prof. David Feldman, directeur van het Pears Institute for the Study of Antisemitism, heeft haar ‘verbijsterend onnauwkeurig’ (‘bewilderingly imprecise’) genoemd. En volgens de Britse strafrechtadvocaat Hugh Tomlinson is de definitie ‘onduidelijk en verwarrend’ (‘unclear and confusing’), zoals uiteengezet in zijn doorwrochte juridische opinie over de IHRA definitie.

De definitie vormt dan ook absoluut geen werkbaar en nauwkeurig instrument, vooral niet voor overheden, om antisemitisme te registreren en te bestrijden.

Van groot belang is verder de kritiek van de Amerikaan Kenneth Stern, die nauw betrokken was bij de opstelling van de IHRA-definitie. In een getuigenis voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, heeft Stern benadrukt dat de definitie nooit bedoeld was om onwelgevallige meningen ten aanzien van Israël te bestrijden, zoals nu gebeurt.

Dat de definitie als zodanig wordt ingezet, hangt samen met enkele ‘voorbeelden van hedendaags antisemitisme’ die aan de definitie zijn verbonden om Israël-kritiek als antisemitisme te kunnen aanmerken. Terwijl de meeste van de elf voorbeelden evidente uitingen van haat tegen joden benoemen, hebben deze drie betrekking op Israël:

Applying double standards by requiring of it [the state of Israel] a behaviour not expected or demanded of any other democratic nation.
Denying the Jewish people their right to self-determination, e.g. by claiming that the existence of a state of Israel is a racist endeavour.
Drawing comparisons of contemporary Israeli policy to that of the Nazis.

De voorgeschiedenis van de IHRA-definitie is beknopt samengevat in een recent artikel van de bekende Joods-Amerikaanse blogger Richard Silverstein. Hij legt uit dat de IHRA-definitie het product is van een berekende inspanning om Israël-kritiek gelijk te stellen aan antisemitisme, volgens het motto: ”If you can label all pro-Palestinian activists and their arguments as anti-Semitic, no one will engage with them seriously.”

Silverstein schrijft:

“The new definition casts a wide net over many behaviours, statements and acts which cast a critical eye on Israel. Calling the state racist is anti-Semitic, comparing it with Nazi Germany is anti-Semitic, attacking Israel while refusing to attack other nations which are viewed as equally blameworthy is anti-Semitic, comparing Israeli mistreatment of the Palestinians to the sufferings of Jesus is anti-Semitic, using the term genocide in the context of criticising Israel’s wholesale massacres of Palestinians is anti-Semitic.

Though the original definition was coined before the BDS movement was launched, I’m certain the idea of boycotting Israel is also viewed as anti-Semitic, since it targets Israel for its policies.
You can see where this leads. It disqualifies many of the most potent criticisms of Israel from legitimate political discourse. While the sponsors of the definition claim that they are not denying the right to criticise Israel (apparently there are some unspecified, appropriate ways to do so), the ultimate impact is to do just that.

It’s clear that once you’ve removed those key tools of naming and shaming Israel for the injustices perpetrated on Palestinians, you’ve travelled far beyond categorising anti-Semitism. Instead, you’ve immunised Israel from criticism. That’s the entire goal of this exercise.”

Israël immuun maken voor kritiek – dat is het doel van degenen die de IHRA-definitie promoten.

De voorstanders van de definitie hebben uiteraard iets bedacht om kritiek voor te zijn, dat zulks hun ware bedoeling is. In de toelichting op de definitie staat zodoende:

“Manifestations might include the targeting of the state of Israel, conceived as a Jewish collectivity. However, criticism of Israel similar to that levelled against any other country cannot be regarded as anti-Semitic.”

Echter, de voorwaarde die aan de tweede zin is toegevoegd, “similar to that levelled against any other country”, holt de betekenis ervan volledig uit. Israël mag alleen nog bekritiseerd worden als andere landen dezelfde kritiek ten deel valt. Wat een absurde beperking, vooral ook in het licht van de unieke context van 52 jaar militaire bezetting gecombineerd met grootschalige kolonisatie, waarmee we in het geval van Israël te maken hebben.

Silverstein merkt op dat de actuele inzet van de IHRA-definitie veel verder gaat dan bij het opstellen ervan werd beoogt. Hij schrijft:

“Over the past year, it has gone far beyond its original confines to be used to sabotage the political career of a national political leader.”

Daarmee doelt hij op de grensverleggende lastercampagne tegen de Britse Labour-leider Jeremy Corbyn. De Labour-partij had eerder de IHRA-definitie aangenomen, met uitzondering van de drie voorbeelden die betrekking hebben op Israël.

De heksenjacht die vervolgens door voorstanders van de definitie tegen Corbyn is ontketend, om hem en Labour te dwingen de definitie met alle voorbeelden alsnog te omarmen, kent zijn weerga niet en laat zien wat de ware bedoelingen van de voorstanders zijn.

De campagne tegen Corbyn is een extra waarschuwing aan Nederland om de IHRA-definitie NIET aan te nemen. De definitie is verworden tot een politiek wapen van personen en organisaties die het beleid van de Israëlische regering onvoorwaardelijk steunen. Daaraan kunnen en mogen wij ons en anderen niet meten.

Zoals de toenmalige ministers Blok en Asscher hebben vastgesteld, zijn de nodige waarborgen om antisemitisme te registreren en te bestrijden in Nederland aanwezig. EAJG vindt vanzelfsprekend ook dat die ingezet moeten worden, met dezelfde toewijding aan álle vormen van racisme die onze samenleving plagen.

Overheden zijn daarnaast gehouden de vrijheid van meningsuiting te beschermen. Het mag dan ook niet zo zijn dat zij verstrikt raken in een ‘werkdefinitie’ die politiek-ideologisch gemotiveerd is en die deze vrijheid bedreigt en inperkt.

Namens Een Ander Joods Geluid wil ik u dan ook op het hart drukken afstand te bewaren tot de IHRA-definitie. Dat deze door andere landen, het Europees Parlement en enkele partijen in de Amsterdamse gemeentepolitiek is omarmd, doet niets af aan de ernstige gebreken ervan zoals hierboven beargumenteerd.

Velen zullen de definitie met goede intenties hebben omarmd, zonder haar bijbedoelingen en gevolgen te onderkennen. U bent daar nu van op de hoogte. Ja tegen de bestrijding van antisemitisme. Nee tegen de IHRA-definitie.

Tot besluit wil ik stilstaan bij wijlen Hajo Meyer, die mede aan de wieg heeft gestaan van Een Ander Joods Geluid en lang lid was van ons bestuur. Hajo heeft als jongen van 16/17 in Auschwitz gezeten. Op grond van zijn persoonlijke ervaring zag hij parallellen tussen de jaren dertig (niet veertig!) en uitwassen in de hedendaagse Israëlische politiek en samenleving. Volgens de IHRA-definitie is Hajo daarom een antisemiet.

Op zeker moment is Hajo het geloof in de twee-statenoplossing kwijtgeraakt. Hij heeft ons bestuur toen verlaten en zich aangesloten bij een antizionistische beweging, die ijvert voor één democratische staat in Israël en Palestina, waarin joden en Palestijnen op basis van gelijke rechten samenleven. Ook dat maakt Hajo volgens de IHRA-definitie tot een antisemiet.

Dat moge de absurditeit, ongepastheid en schadelijkheid van de IHRA-definitie illustreren.

Nadat u 11 september de pro-IHRA petitie in ontvangst neemt, zal uw commissie woensdag 12 september een ronde-tafelgesprek over antisemitisme houden. Ook daar acht ik de kans op vermenging van Israël-kritiek met antisemitisme groot, te meer omdat enkele gangmakers van die vermenging acte te présence geven. Laat u niet verleiden in hun valkuil te stappen. Wij bieden u ten behoeve van die bijeenkomst nog een aparte Position Paper aan, te verspreiden door de griffie.

Het kabinet beschouwt de IHRA-definitie als een definitie ‘van en voor de IHRA’ en benadrukt “dat het van belang is om onderscheid te blijven maken tussen stellingname ten aanzien van het beleid van de Israëlische regering en antisemitisme”. Wij vragen u deze beleidslijn te steunen.

Voor een toelichting op en/of gesprek over het bovenstaande zijn wij uiteraard graag beschikbaar.

Met vriendelijke groet,

Jaap Hamburger, voorzitter EAJG, namens staf, bestuur en Comité van Aanbeveling


Ps: hieronder enkele literatuurtips, voor de hierboven aangehaalde standpunten :

Will Britain’s new definition of antisemitism help Jewish people? I’m sceptical
David Feldman, 28 december 2016
https://www.theguardian.com/…/britain-definition-antisemiti…

How the IHRA’s anti-Semitism definition is a threat to British democracy
Richard Silverstein, 30 augustus 2018
https://www.middleeasteye.net/…/how-campaign-redefine-anti-…

Defining Anti-Semitism
Stephen Sedley, 4 mei 2017
https://www.lrb.co.uk/…/stephen-sedl…/defining-anti-semitism

Counsel’s opinion on the IHRA definition
Hugh Tomlinson, 8 maart 2017
https://freespeechonisrael.org.uk/ihra-opinion/…

Lees meer blogberichten

Speech bij het monument van Joods Verzet

Geïmproviseerde woorden van Jaap Hamburger bij het Monument van Joods Verzet aan de Zwanenburgwal Amsterdam. De daar geplande manifestatie, waar we de Kristallnacht herdenkte ,