Brandbrief aan premier Rutte over Gaza

Geachte minister-president, geachte heer Rutte,

Deze brandbrief gaat over uw beleid ten aanzien van de menselijke en humanitaire catastrofe, die zich op dit moment in de door Israël bezette Gazastrook voor ons aller ogen voltrekt.

Op 20 oktober jl. heb ik met misnoegen het kille optreden in Nieuwsuur van uw collega-bewindspersoon Ollongren gevolgd, waarin zij klonk als een minister van Israëlische Defensie. Na dit interview was voor mij glashelder: een Palestijns mensenleven is voor het kabinet minder waard dan een Joods-Israëlisch mensenleven.

Die beeldvorming heeft u in het Kamerdebat op 24 oktober j.l. willen wegnemen. Daarin zei u: “Elk slachtoffer is er een te veel. Elk mensenleven is evenveel waard.”

Uw poging is jammerlijk mislukt. Als het u om het beschermen van alle mensenlevens zou gaan, dan zou u nu met volle kracht inzetten op een volwaardig en blijvend staakt-het-vuren in Gaza, opdat niet nog meer onschuldige burgers sterven en verminkt raken. Maar dat vertikt u.

Geen misverstand: op die Zwarte Zaterdag op 7 oktober heeft Hamas een weerzinwekkende en wrede aanval uitgevoerd in Israël, met 1.400 doden, merendeels burgers, tot gevolg. Bovendien heeft Hamas meer dan 200 personen, onder wie kinderen, vrouwen en bejaarden, naar Gaza ontvoerd. Ik ken die verschrikkelijke feiten en walg ervan.

Echter, vanaf dat moment had de internationale bemoeienis gericht moeten zijn op het consequent beschermen van álle burgers. In plaats daarvan voert Israël met uw politieke steun reeds twee weken een allesverwoestende aanval op Gaza uit, waarbij al meer dan 7.000 Palestijnen, onder wie zo’n 3.000 kinderen, zijn gedood – een vijfvoud van het aantal Israëlische doden.

Als u elk mensenleven evenveel waard zou zijn, dan zou u dit apocalyptische bloedbad een halt toeroepen. Maar onder uw leiding wil het kabinet niet verder gaan dan het steunen van “humanitaire gevechtspauzes” in Gaza. Die onderbrekingen zijn juist de opmaat naar de voortzetting van massief geweld, opdat Israël zijn vernietigingsoorlog tegen Hamas kan voltooien.

Uw legitimatie voor deze opstelling heeft u tijdens het Kamerdebat gegeven: om zijn voortbestaan te kunnen waarborgen, moet Israël voor de lange termijn zijn “afschrikking herstellen”. En dat kan alleen als Israël de “dreiging van Hamas wegneemt”, c.q. Hamas vernietigt.

Om Hamas te kunnen uitschakelen, zal het Israëlische leger een grootschalig en langdurig grondoffensief moeten lanceren. Daarbij dreigen tienduizenden Palestijnen gedood te worden. Gaza, ter grootte van twee keer Texel, kent immers geen veilige zones voor zijn 2,3 miljoen bewoners.

Uw vlammend pleidooi voor het herstel van Israëls afschrikking komt daarmee neer op een doodvonnis voor duizenden Palestijnse kinderen en vrouwen. En het behelst de totale verwoesting van Gaza. Nu al is circa 50 procent van alle huizen in Gaza beschadigd of verwoest door Israëls onophoudelijke bombardementen. Geen twijfel – een Israëlisch grondoffensief zou grote delen van Gaza onbewoonbaar maken.

Aldus komt Israëls afschrikking en ‘veiligheidsdoctrine’ neer op de totale onveiligheid en existentiële ontwrichting van de Palestijnen. Als het collectieve voortbestaan een der partijen op het spel staat, dan zijn het de Palestijnen. Maar daar hoor ik u niet over. U heeft het alleen over ‘Israëls recht op zelfverdediging’. Alsof Israëls optreden in Gaza daar nog onder geschaard kan worden. Alsof de Palestijnen geen aanspraak maken op veiligheid – die in hun geval afhankelijk is van een volledige bevrijding van het drieledige juk van Israëlische bezetting, annexatie en apartheid.

Het menselijke leed en de humanitaire nood in Gaza hebben intussen ongekende dimensies bereikt. Door Israëls draconische afgrendeling zijn levensbedreigende tekorten aan water, voedsel en medicijnen ontstaan. Meer dan 600.000 mensen zijn binnen Gaza ontheemd geraakt en op de vlucht. De ziekenhuizen kunnen de toestroom (zwaar)gewonden niet meer aan, mede door het gebrek aan brandstof waarop hun noodaggregaten draaien. Ouders schrijven de namen van hun kinderen op hun lichaam, opdat die tenminste geïdentificeerd kunnen worden.

Totale onveiligheid en existentiële nood, terwijl Israëls massieve bombardementen dag en nacht doorgaan. Al op 12 oktober pronkte het Israëlische leger dat het meer dan 6.000 bommen had afgevuurd op Gaza – dat is meer dan de Amerikanen per jaar in Afghanistan afwierpen. Het actuele aantal zal daarvan een veelvoud zijn, omdat de zwaarste aanvallen nadien hebben plaatsgevonden.

Terwijl Amnesty Internationaal oorlogsmisdaden rapporteert, wilde u zich tijdens het Kamerdebat niet wagen aan zorgen, laat staan bevindingen, dat Israël disproportioneel handelt en het humanitair oorlogsrecht schendt. En zie: daar manifesteert zich wederom de constante in het Nederlandse beleid – Israël handelt nooit verwijtbaar, is nooit aansprakelijk.

Het contrast met de bejegening van een andere bezetter die oorlogsmisdaden pleegt, zou niet groter kunnen zijn: Rusland. Waar Nederland zich actief inspant voor de vervolging van Russische oorlogsmisdaden, ook bij het Internationaal Strafhof, bestendigt het Israëls straffeloosheid voor genocidaal beleid en geweld in Gaza. Naast het Nederlandse gedoogbeleid ten aanzien van Israëls kolonisatie en annexatie van de bezette Westelijke Jordaanoever – ook een oorlogsmisdaad.

De bijkomende schade van de politieke vrijbrief die Israël van Nederland en andere EU-lidstaten voor dit wangedrag ontvangt, is een ernstige aantasting van de geloofwaardigheid en integriteit van het Europese beleid ten aanzien van Oekraïne en Rusland en van de universaliteit en status van het internationaal recht in brede zin.

Het is niet te laat deze stuitende dubbele standaard te overwinnen. De op handen zijnde humanitaire gevechtspauzes in Gaza moeten benut worden voor zware druk op Israël om van een grondoffensief af te zien. Omdat de implicaties van dat offensief onmenselijk en onaanvaardbaar zijn: tienduizenden burgerdoden en de totale verwoesting van Gaza, nog afgezien van de slachtoffers aan Israëlische kant en het onbeheersbare risico op regionale escalatie.

Als elk slachtoffer er een te veel is, en elk mensenleven evenveel waard, dan gaat u zich zonder voorbehoud en vertraging voor beëindiging van het Israëlische bloedbad in Gaza inzetten. Daar roep ik u hierbij met klem toe op.

Hoogachtend,

Jaap Hamburger, voorzitter Een Ander Joods Geluid (EAJG)

Lees meer blogberichten